Dag 15, 16 en 17: Castrojeríz, Frómista en Carrión de los Condes

12 september 2016 - Carrión de los Condes, Spanje

Zaterdag 10 september: van Hornillas del Camino naar Castrojeríz (21 km) Vanochtend start ik ietsje later ongeveer 6.45 uur. Hornillos del Camino ligt in een dal en dat betekent eerst weer een klimpartij om op de meseta te komen (de Spaanse hoogvlakte). Over het algemeen is het hier in de zomer gloeiend heet en 's winters bar koud. Op dit tijdstip valt het best mee omdat het pas rond 7.30 uur licht wordt, de échte hitte is het ergst tussen 14 en 17 uur.
Totdat het licht wordt maak ik dankbaar gebruik van mijn hoofdlampje. Een uur later ben ik op de meseta en komt de zon op. Tijdens de klim bedenk ik dat de camino je leven heel erg weerspiegelt. Je levensweg is soms ook erg zwaar, vol hobbels, diepe dalen en met zoveel stenen op je pad dat je ze niet kunt ontwijken. Wanneer je je hierdoor laat afschrikken en stopt houdt het op en kom je niet verder. Maar wanneer je volhoudt en een manier vindt om ze te passeren dan kun je, boven gekomen en achterom kijkend de prachtige kleuren zien en van het uitzicht genieten.
Op je levensweg kun je je niet voorbereiden en op de camino evenmin.
Na enige tijd loop ik achter twee vrouwen aan, een 70 jarige Amerikaanse uit Ohio en Lea, 21 jaar, uit Duitsland. Later kom ik erachter dat ik Lea in Burgos in de albergue heb ontmoet. Ze was toen net aangekomen en zou de dag daarna starten met haar camino en vroeg mij waar ze haar bagage moest laten. Dit is dus haar tweede wandeldag. Ze is nogal impulsief gestart vertelt ze nadat haar vriend hun relatie verbrak. Gedrieën lopen we verder. De Amerikaanse heeft een alarm dat om de 20 minuten een signaal geeft, tijd om water te drinken. Handig, dat ga ik ook doen. Gewoon even een paar slokken.
Na drie uren te hebben gelopen bereiken we Hontanas, tijd voor koffie, zumo en een punt tortilla. Hier trek ik ook weer schone sokken en mijn sandalen aan. Na een uitgebreide rust en een bezoekje aan het prachtige kerkje waar ik een kaarsje aansteek vervolg ik mijn pad. Een tijd later stop ik voor een sello (stempel) in mijn credencial bij een man die o.a. versnaperingen verkoopt vanuit zijn autobusje. Voor een donativo (vrijwillige bijdrage) mag ik een houten kruisje uitzoeken.

Even later volgt een stuk asfaltweg waar ik zomaar een heerlijke koude douche krijg van de watersproeiers die op het land ernaast staan. "It's raining man, hallelujah". Anderhalf uur na Hontanas passeer ik de ruïnes van het klooster van San Anton. Hier tref ik de Amerikaanse weer. Er is hier ook een kleine albergue en als er plaats voor haar is blijft ze daar overnachten. Dan is het nog een klein uurtje lopen naar Castrojeriz. Daar breng ik eerst een bezoekje aan de Colegiata de Santa Maria del Manzano met het beeld van de Heilige Maagd van de Appelboom. Ze heeft mooie rode appelwangetjes.
Na lang zoeken vind ik albergue San Esteban en word verwelkomd door de hospatilero met een glas koude sinaasappelsap, mmm....heerlijk! Een stempel, paspoortgegevens worden genoteerd, 5 euro voor een bed en dan laat deze vriendelijke man me zien waar alles is. Hij wil me een bovenbed geven maar ik zie dat er nog meerdere onderbedden vrij zijn en vraag of ik daar één van mag. Dan steekt hij een heel verhaal af waar ik niets van begrijp en loopt weg. Volgens mijn buurvrouw kan ik gewoon één van de vrije bedden nemen en dat doe ik. Na alle routinezaken ga ik een kijkje nemen in Castrojeriz, paar boodschapjes doen en kijken waar ik ga eten. Dan kom ik een oud mannetje tegen die me aanspreekt. Voor zover ik hem begrijp gaat het over de zon en het mooie uitzicht. Hij pakt mijn hand en ik wil dag zeggen maar hij blijkt een "Don Juan" te zijn...hij wil een pequeno besos. Ik kan er wel om lachen en geef hem een kusje op de wang, de oude snoeper. Hoewel het volgens Spaans gebruik nog geen tijd is voor het diner heb ik best trek en ga pizza bestellen. De Plaza Mayor hier heeft een overdekte gang met arcadebogen langs de winkeltjes en eettentjes waaronder ik een plekje vind. Aan het tafeltje naast me zit een Engelsman en die is wel in voor een praatje. Hij stelt zich voor als David en is advocaat. Vijf jaar geleden liep hij de camino met zijn vrouw en nu dus alleen. Hij slaapt in dezelfde albergue als ik en heeft verstaan dat de herbergier zei: "Wat moet ik nou als er vanavond om 8 uur een 80 jarige binnenkomt?" Daar moeten we beiden wel om lachen, het lijkt ons niet erg realistisch. Na gezellig samen te hebben gegeten neem ik afscheid en kruip op tijd in bed.

Zondag 11 september: van Castrojeríz naar Frómista (25 km)   Om 6.15 vertrek ik, de weg zoekend met het licht van mijn hoofdlampje. Al gauw heb ik de gele pijlen gevonden. Eerst door het dal en dan een steile klim 12%. Achter me hoor ik iemand met snelle pas aankomen. Het is David die er aardig de sokken in heeft. Hij houdt even de pas in en na een kort babbeltje gaat hij weer over in zijn eigen tempo.       

De afdaling even later is 18% maar gelukkig is de weg goed geplaveid en zonder losse stenen. De zon komt op en ik blijf regelmatig even staan om van de mooie ochtendkleuren te genieten. Het loopt lekker en ik ben trots op mijn lijf dat zich zo goed houdt. Ik moet denken aan de tijd toen ik de opleiding A verpleging volgde in Leeuwarden. Die startte toen met een pre-klinische opleiding van drie maanden en we kregen anatomie les van professor Kraaijenhagen. Hoewel hij zelf de ziekte van Bechterev had was hij lyrisch over het menselijk lichaam en sloot iedere les steevast af met de woorden "Welk een machtig gebeuren is de mens!"  Na regelmatige pauzes stop ik na drie uren in Itero, het eerste dorp dat ik passeer, voor koffie. Schoenen en sokken uit, heerlijk! Hierbuiten staan stapels lege bierkratten opgestapeld. Kennelijk is er vannacht een feestje gevierd. Op het terras zitten nog drie diehards die hun stapavond afsluiten met een ontbijt.                   Voor ik verder ga trek ik droge sokken en de sandalen aan en ik ga er weer voor. Dan kom ik de man tegen die in Atapuerca het bed naast mij had en hij zegt dat ik er beautiful uitzie, zo fresh and clean. Ik ben helemaal verrast en bedank hem voor the lovely compliment.

Al voor 12 uur ben ik in Boadilla del Camino waar ik lunch met tortilla en zumo de naranja. Ik heb er nu 20 km opzitten en besluit nog 5 verder te gaan naar Frómista. Het is alweer bloedheet en de lange weg loopt kaarsrecht langs het Canal de Castilla, een groot irrigatiekanaal. Vlak voor Frómista is een sluis en daar steek ik het kanaal over. In Frómista slaap ik in de municipal. Bij de hospitalera koop ik een potje voetencreme waar o.a. arnica, aloë vera en kamfer in zit. Dit smeert men vóór het wandelen en dat zou blaren tegengaan. Nu heb ik nog een blaar op de hak die ik eerst verzorg. Na het middagdutje bekijk ik twee prachtige kerken en hoor dan ineens Nederlands spreken. Een jong gezin dat onderweg naar huis is in Andalusie waar ze sinds 18 maanden wonen. Een familielid van hen gaat volgend jaar de camino lopen en ze willen er van alles over horen. Verder praten we over het leven hier, zo heerlijk "tranquilo", en hun plannen om hier iets in de toeristische sector te gaan doen. Ik wilde uit eten gaan maar er wordt nergens eten geserveerd omdat het zondag is. Gelukkig is er nog een winkeltje open waar ik een stuk hartige tonijntaart koop dat ik in de tuin van de albergue op eet. Daarna naar bed. Ik zie dat Christof nog ge-appt heeft. Hij liep vandaag met enige Nederlanders op en moest aan mij denken. Hij is nu in Leon, dat gaat super! En Elly appte vanmiddag dat ze in Santiago is aangekomen. Zij loopt vandaar nog naar Finisterre.

Maandag 12 september: van Frómista naar Carrión de los Condes (20 km)  Om zes uur ben ik on the road again. Ik start niet geweldig. Na een uur zit ik aan mijn café americano poco leche en tortilla en daarna gaat het wat beter. Vandaag liggen er verschillende dorpjes op de route. Het landschap is weids, overal gele graanvelden. Veel pelgrims slaan de meseta over omdat ze deze saai vinden en nemen de trein naar Leon. Ik vind het eigenlijk wel mooi, het heeft iets geruststellends en je kunt je gedachten de vrije loop laten. Ik merk dat ook aan de medepelgrims, hier zijn ze minder spraakzaam, meer in zichzelf gekeerd. Behalve dan die ene Amerikaanse die er lustig op los babbelt. Dan is er ineens een mooie plek met leuke muziek, hangmatten, loslopende kippetjes, kortom een oase van rust. Je kunt hier overnachten in tipi's, ziet er leuk uit. Na een uitgebreide pauze en schoenen- en sokkenwissel loop ik verder naar Villacazar de Sirga waar ik de Santa Maria del Blanca kerk bewonder én een lekker ijsje neem. De laatste zes kilometers weer door de hitte en over een lange rechte weg naar Carrion de los Condes. Vandaag moet ik steeds denken aan Bobo en Bijke, mijn lieve poezen- en hondenkind. De vriendinnetjes waar ik zoveel troost van kreeg toen alles zo uitzichtloos leek. Ze voelden het feilloos aan en gaven hun onvoorwaardelijke liefde. Bobo lag bij mijn schouder en spinde zachtjes in mijn oor en Bijke legde haar kop dan op mijn schoot en likte voorzichtig mijn hand. Ik mis ze allebei zo erg... Op een markeringspaaltje leg ik voor beide een steen en dan zie ik ineens een dode muis voor mijn voeten liggen, alsof Bobo haar allermooiste cadeautje komt brengen. En even verder zie ik een prachtige vlinder die Bijke zo leuk vond. Ze was er altijd zo lief en voorzichtig mee wanneer ze op de stoep zaten. Ze zou ze nooit iets doen. Ik ben diep ontroerd.

De laatste kilometers zijn rechttoe rechtaan langs de snelweg in de hitte. In Carrion de los Condes ga ik naar de albergue Parroquia Santa Maria naast de gelijknamige kerk. En wát een warm welkom hier. Er staan glaasjes drinken en koekjes klaar en ik wacht tot ik aan beurt ben. Tijdens de incheck wordt gevraagd waar ik vandaan kom en dan zegt de jonge vrouw dat we dan Nederlands kunnen spreken. Ze neemt alle tijd, vraagt hoe het gaat en legt dan uit dat de zusters die de albergue beheren in september in retraite zijn en dat zij als vrijwilligers het werk dan overnemen. Om 18 u is er Vespers, er worden liederen van Taizé gezongen in de kerk, om 20 u is er de mis met pelgrimszegen en om 21 u. wordt er gezamenlijk gegeten. Iedereen neemt dan iets mee waarvan wat lekkers wordt gemaakt. Het lijkt mij gezellig maar ik zeg dat 21 u voor mij bedtijd is en nog niet weet of ik er bij zal zijn. Ze zegt dat dit geen enkel probleem is, niets is verplicht. Ineens hoor ik achter mij "Hee, Sjoukje" Alweer Nederlands, nóg een Nederlandse vrijwilligster. Ik heb het t-shirt aan met mijn naam op de rug, gekregen van mijn collega's. Héél erg handig hier want niemand (Nederlanders uitgezonderd) heeft natuurlijk ooit van zó'n naam gehoord. Terwijl ik later mijn was ophang spreek ik nog even met de Nederlandse die mij inschreef. Zij liep in juli haar derde camino, na de camino Frances en de Portugues liep ze nu de del Norte. We praten over de bijzondere voorvallen en dat je je niet kunt voorbereiden, het loopt altijd weer anders. Na mijn siësta doe ik boodschappen en brand in de Santa Mariakerk kaarsjes voor het thuisfront bij een pelgrimsbeeld. Om 18 u ga ik naar de Vespers in de Santa María-kerk. Tussen de liederen door, die worden gezongen door de twee Nederlandse vrijwilligsters, worden er stiltes gehouden van wel 10 minuten en er is een korte bijbellezing. Het is lang geleden dat ik een kerkdienst bijwoonde maar dit hééft wel iets. Daarna eet ik een soepje en broodje in de tuin en krijg gezelschap van een poes die ook brood lust. Dan kruip ik in bed werk mijn reisblog enigszins bij.

Foto’s

5 Reacties

  1. Gryt:
    10 september 2016
    Weer een mooi verhaal zus. Fijn dat het nu lekker loopt!
    Gryt
  2. Gryt:
    10 september 2016
    Weer een mooi verhaal zus. Fijn dat het nu lekker loopt!
    Gryt
  3. Jose van Dijk:
    11 september 2016
    Heeeerlijk Sjoukje,
    Op deze zondagochtend lees ik je caminoavonturen. Fijn dat ik met je mee mag reizen. Heb't idee dat je ergste voetenleed geleden is, wat fijn maar misschien ook een onderdeel van juist deze caminoavonturen. Knap hoor dat je doorzet net zoals je dat in jouw leven deed. En wat een schitterende foto van dat steegje, een typische caminoafbeelding, erg mooi.
    Ik vertrek Dinsdag met drie vrouwen voor twee weken naar Sardinie. Erg veel zin in. Hoop dat er daar gelegenheid is je digitaal verder te volgen en anders lees ik je verhalen met terugwerkende kracht Sjoukje want ik vind't leuk. Je schrijft erg verbeeldend. Wens je in ieder geval nog veel prachtige inspirerende en gezonde voetstappen meis. Geniet van iedere seconde.
    Veel liefs van mij XXX
  4. Grietje:
    12 september 2016
    Fijn weer mee te mogen genieten van jouw reis, Sjoukje! Fijne tocht verder! Liefs
  5. Clara:
    13 september 2016
    Heb weer genoten van je verhaal, fijne voortzetting van je reis. Liefs Clara