Dag 31, 32 en 33: Padornelo, Samos en Morgade

28 september 2016 - Morgade, Spanje

Maandag 26 september: van Ruitelan naar Padornelo (18 km)   Om half zeven word ik wakker met prachtige muziek. Het is een erg mooie uitvoering van Ave Maria. Daarna "Alle menschen wirden bruder" en dan volgt een vrolijke wals. Wat is dat fijn wakker worden. Carlos heeft het ontbijt al klaar, het is erg huiselijk. Gisteren kennis gemaakt met Belgische Ilse, een leuke vrouw van 52 jaren jong en we hebben heerlijk Nederlands gekletst samen. Vandaag gaan we samen op pad. Het wordt een intensieve, steile klim naar O Cebreiro. Het eerste gedeelte gaat over asfalt maar dan gaat het weer over in het bekende pelgrimspad vol stenen. De klim gaat in drie etappes, we passeren twee dorpjes waar we even pauzeren, eerst in La Faba na 300 m klimmen en dan een klim van 230 m naar La Laguna. Daarna is O Cebreiro nog 100 m hoger gelegen. We zijn inmiddels de grensmarkering van Galicia gepasseerd.

In O Cebreiro gaan we een hapje eten waarna we het mooie kerkje bezoeken met daarin de "Galicische graal". In de 14de eeuw vond in dit kerkje een wonder plaats, zoals er meerdere wonderen in die tijd plaatsvonden, waarbij de wijn in bloed veranderde. Volgens een legende las een monnik uit Aurillac de mis. Er was slechts één persoon aanwezig, een boer die de moeite had genomen het steile pad omhoog te klimmen. De monnik dacht bij zichzelf dat de boer eigenlijk een ezel was, omdat hij voor dat beetje brood en wijn zoveel moeite had gedaan. Op dat moment veranderde de hostie in vlees en de wijn in bloed. De kelk en de pateen waarin dit wonder plaatsvond staan in de kerk opgesteld. In deze kerk halen we ook weer een stempel. En dan ineens zien we overal toeristen met camera's lopen, hier begint het caminotoerisme. Wij maken dat we wegkomen en stijgen nog verder, Liniares, Alto de San Roque waar ik even poseer bij het pelgrimsbeeld en Ilse daar een foto van maakt, Hospital en uiteindelijk naar Padornelo. De laatste klim is erg steil. Wanneer we door een bocht lopen zie ik een gebouw en de bovenkant van een parasol en we denken allebei: laat dat alsjeblieft een albergue zijn. En waarempel het is er één! We zijn er echt aan toe en er is plek voor ons.

Het is wel koud ondanks dat de zon schijnt maar we zitten dan ook op een hoogte van zo'n 1300 m. Vandaag moet ik écht mijn broek uitwassen, ik loop er nu al drie dagen in. Ik trek mijn nachthemd aan met 2 t-shirts erover, was mijn broek en hang die buiten over een stoel in het zonnetje en dan kruip ik lekker in mijn slaapzak met een deken erover om weer warm te worden. Op een ander bed ligt een Spanjaard op luide toon maar door te ratelen tegen een medepelgrim, er komt geen einde aan....wát een energie nog. Hij krijgt weinig respons maar dat weerhoudt hem er niet van. Uiteindelijk valt hij even in slaap maar zodra hij wakker wordt is het meteen weer een waterval van woorden.  's Avonds blijven we hier in de bar eten.

Dinsdag 27 van Padornelo naar Samos (25 km)   Vannacht was de praatgrage Spanjaard gelukkig stil en ook vanochtend. Om zeven uur komt er pas leven in de brouwerij. Wát een verschil met de eerste weken van de camino. Het is nu later licht en niet meer zo heet dus iedereen begint iets later. Gisteren hebben we ruim 700 meter geklommen en natuurlijk moeten we ook weer naar beneden. Buiten is het koud, mistig en nat maar binnen brandt de haard. Eerst lekker opwarmen en een kop koffie. Het is al acht uur voor we vertrekken. De drie grote honden, Pyreneese berghonden, liggen het erf te bewaken dwz ze blokkeren de deur ingang. Het zijn goeie lobbesen. Ik doe de regenhoes toch maar over de backpack. Onderweg zingt Ilse een mooi lied "Ultreia", het is in het Frans maar ik kan het wel al snel meeneurien. Na enige tijd in de mist te hebben gelopen begint het langzaamaan op te klaren. In Triacastela koop ik in een supermercado een joggingbroek en een t-shirt met lange mouwen. Aan het einde van deze plaats hebben we de keus uit twee routes: rechtsaf via San Xil naar Sarria of linksaf via Samos maar die is wel 7 km langer. Toch kiezen wij voor de langere route omdat we graag in het klooster van Samos willen overnachten. Eerst gaat het pad langs de autoweg maar dan via stille boerendorpjes slalommend tussen de koeienvlaaien door. Het is rustig en er lopen weinig pelgrims. Het merendeel kiest toch de kortere route. Net als gisteren zit ook nu het venijn weer in de staart. Klimmen en nog meer klimmen en dan ineens zien we het grote kloostercomplex. Niet op een heuvel maar in een dal. Via het dorp Samos lopen we om het klooster heen naar de albergue. Gelukkig er is nog plaats voor ons in de monasterio. Nederlander Herman uit Haren heet ons welkom. Hij doet hier vrijwilligerswerk samen met een Spanjaard die ons een appel geeft. Herman heeft zelf de camino gelopen vanaf Vezelay naar Santiago, Finisterre, Muxia, terug naar Santiago en toen nog naar Fatima in Portugal. De albergue is donativo dwz dat je betaalt wat je ervoor over hebt. Na een praatje in het Nederlands en alle dagelijkse dingen gaan we naar het park tegenover het klooster waar een 1000 jaar oude cypres staat met helende krachten voor de zere voeten. De boom knuffelen met je blote voeten....ach kwaad kan het vast niet. Daarna gaan we eten: aardappelen met groene bonen en dan friet met 4 gegrilde forelletjes. Heerlijk! Een fles wijn, water en een toetje en dat alles (fooi inbegrepen) voor 10 euro p.p. Na het eten krijgen we een rondleiding door het klooster. Dan de Vespers en mis met de zes Dominicaner monniken die er nog wonen. We sluiten de dag af in de bar met een potje manzanillethee.

Woensdag 28 september: van Samos naar Morgade (30 km)   Al vroeg vanochtend is er bedrijvigheid. De 100 km grens nadert en vanaf hier wordt het druk. Voor het krijgen van een compostela móet je namelijk minimaal 100 km lopen en veel mensen starten hier dus. Het schijnt dat er busladingen toeristen worden gedropt die in vier a vijf dagen naar Santiago lopen. In Spanje heerst veel werkloosheid onder jongeren en er wordt gezegd dat werkgevers de voorkeur geven aan hen die de camino op hun c.v. kunnen bijschrijven. Vandaar dus de vroege drukte, men wil op tijd vertrekken om zeker te zijn van een slaapplek. Ook wordt er veel gereserveerd maar dat kan alleen in de privé herbergen en de hostals of hotels. Niet in de municipal albergues, daar moet je gewoon op tijd zijn. Ik heb nog nergens gereserveerd en houd daar ook niet van omdat je je dan vastlegt. Ik ga op pad en zie wel hoe ver ik kom en waar ik dan slaap. Gelukkig denkt Ilse daar ook zo over. Wij vertrekken zodra het licht wordt en hebben dan een lekker ontbijt gehad in de bar waar we gisteravond zo heerlijk hebben gegeten. Tortilla is hier een omelet met kaas en ik krijg er drie broodjes en margarine bij. We stappen flink door en rond de middag zijn we in Sarria (19 km). Hier moeten we weer flink klimmen, trappen deze keer. We nemen hier een drankje en krijgen er een klein stukje tortilla bij. Hier zien we de leuke jongeman weer die we regelmatig tegenkomen. Hij blijkt Italiaan te zijn en woont sinds kort in Barcelona. We praten eventjes over de camino en hij zegt dat bijna iedereen een reden heeft waarom hij/zij de camino loopt en anders ontdek je de reden onderweg. 

Wij lopen verder, het gaat goed en na een uur zijn we in Vilay. We willen allebei nog wel verder al houdt dat in dat we nog zéker twee en een half uur moeten lopen voor we bij een volgende herberg zullen zijn. Het blijft maar klimmen en dalen op de route maar het is hier mooi en totaal niet druk. Het begint wel erg warm te worden. Voor ons zien we een pelgrim lopen met een hond en die hond kijkt steeds achterom naar ons. In het volgende gehucht blijkt dat de hond van hier is en gewoon met pelgrims meeloopt. Het is een lieverd maar ook al halen we hem niet aan hij blijft met ons meelopen want nu heeft hij ons als gezelschap uitgekozen. We noemen hem Jesus naar een leuke man die Ilse onderweg heeft ontmoet en hoopt nog eens te ontmoeten. Inmiddels vind ik het erg zwaar worden en hoop snel een albergue te vinden. Mijn knieën geven aan dat het genoeg is voor vandaag. Ik heb de maximale dosering pijnstillers gehad. Onderweg koopt Ilse nog heerlijke frambozen van een oud vrouwtje. Écht even zo'n oppepper. Ze deelt nog wat uit aan een paar Poolse meisjes die er zo te zien ook echt aan toe zijn. En dan eindelijk in Morgade blijkt een hostal te zijn en er is nog één tweepersoons kamer voor 38 euro. Ik heb het echt gehad voor nu, we hebben bijna 30 km gelopen. Ilse wil wel een kamer met mij delen. Die ziet er leuk en luxe uit, twee opgemaakte bedden, douche, toilet, badhanddoeken....we hoeven bijna niets uit te pakken. Onze vriend Jesus is verdwenen, hij heeft vast weer een nieuw wandelmaatje gevonden.

Na de was gaan we een biertje met limon drinken en proosten op onze prestatie vandaag. 's Avonds gaan we beneden eten. We hebben afgesproken om samen met Theresa uit Montana te gaan eten. Zij reist ook alleen. Het eten is weer lekker: linzensoep, kip met friet en curd (een soort dikke yoghurt met honing) na. Én weer wijn en water zoveel je wilt voor €8,50. Na dit heerlijke maal kruipen we in onze verrukkelijke bedjes.

Foto’s

1 Reactie

  1. Jelly:
    26 september 2016
    Het schiet al mooi op Sjouk en je maakt echt een prachtige tocht en we genieten van je verhalen!